De schade door onjuiste berichtgeving kan nooit ongedaan worden gemaakt
In dit artikel:
Op een paar recente voorbeelden toont de auteur hoe medische of menselijke tragedies en sensationele koppen in de moderne media snel worden verspreid, terwijl latere correcties nauwelijks zichtbaar zijn. Op 24 juli 2025 plaatste de New York Times een voorpaginafoto van Mohammed al‑Mutawaq die de indruk wekte dat Palestijnse kinderen door Israël opzettelijk zouden worden uitgehongerd; vijf dagen later verscheen een correctie dat Mohammed reeds bestaande gezondheidsproblemen had, maar die rectificatie bereikte slechts een fractie van het oorspronkelijke bereik. Even recent rapporteerde de BBC dat een vrouw uit Gaza die naar Italië was gevlogen aan ondervoeding was overleden; na kritiek werd dat verhaal aangepast: zij stierf aan kanker. Ook die wijziging bleef in de schaduw van de oorspronkelijke berichtgeving.
De schrijver koppelt deze actuele voorbeelden aan persoonlijke ervaringen met verkeerde berichtgeving na de bomaanslag op het World Trade Center van 26 februari 1993. Hij werd destijds door kranten verkeerd geciteerd als eisend dat een moskee gesloten moest worden; de daadwerkelijke verklaring — dat hij tegen het leiderschap en extremisme protesteerde, niet tegen gebedshuizen — werd pas weken later en onopvallend rechtgezet. Vergelijkbare onterechte beschuldigingen deden zich voor tijdens de Crown Heights‑rellen en bij een protest tegen een klooster bij Auschwitz; ook toen volgden late, verborgen correcties.
De kernboodschap is dat eenmaal verspreide laster bijna niet volledig kan worden teruggedraaid. Juridische drempels om smaad te bewijzen zijn hoog, maar dat ontslaat media niet van verantwoordelijkheid: rectificaties zouden even prominent moeten verschijnen als de foute berichten — op dezelfde pagina en in hetzelfde medium — om enig recht te doen aan degene die onjuist is neergezet. De schrijver gebruikt de joodse traditie (een illustratie van vliegende donsveertjes) en talmoedische waarschuwingen om te benadrukken dat woorden blijvende schade kunnen aanrichten en dat journalisten daarom zorgvuldiger moeten handelen en fouten krachtiger moeten herstellen.