Er is een "volledig nieuw model" nodig om beroepssoldaten bij de IDF te behouden

vrijdag, 14 november 2025 (14:42) - Israel Today

In dit artikel:

De Israëlische regering kondigde op 9 november een pakket van 3,25 miljard sjekel (ruim een miljard euro) aan om beroepsmilitairen de komende vijf jaar te steunen en zo langer in dienst te houden. Het plan, gedragen door premier Benjamin Netanyahu en geïnitieerd door minister van Defensie Israel Katz en minister van Financiën Bezalel Smotrich, bevat diverse niet-loongerelateerde voordelen: vergoedingen voor een partner die inkomen verliest, huursubsidies, premies voor academische prestaties, een digitale portemonnee van enkele duizenden sjekel voor sociale en vrijetijdsvoorzieningen, plus speciale woonoplossingen en koopwoningvoordelen.

Het kabinet en IDF-chef luitenant-generaal Eyal Zamir presenteren het initiatief als versterking van de economische zekerheid van beroepsmilitairen en hun gezinnen, en als stimulans om langere dienstverbanden te bevorderen. Critici uit militaire gelederen reageren echter sceptisch. Brigadegeneraal (b.d.) Hanan Geffen, oud-commandant van de elite-eenheid 8200, zegt dat de kern van het probleem structureel is: hervormingen van ongeveer tien jaar geleden maakten loopbanen onzeker, zonder gegarandeerde pensioenen, waardoor veel officieren rond hun dertigste of veertigste zonder toekomstperspectief en met een gezin de civiele arbeidsmarkt op moeten. Volgens hem zullen de geboden subsidies in de praktijk moeilijk uitvoerbaar en onvoldoende zijn om het middenkader — kapiteins, majoors en bataljonscommandanten — te binden; echte verbetering vergt volgens hem een fundamentele hervorming van het carrièremodel en het herstel van pensioenrechten.

Brigadegeneraal (b.d.) dr. Sasson Hadad, voormalig financieel adviseur van de stafchef en oud-hoofd begroting bij het ministerie van Defensie, ziet het pakket als een kostenbewuste, tactische maatregel die pensioenverplichtingen en sociale premies moet drukken. Hij waarschuwt dat het voorstel de kloof met de private sector niet verkleint en bovendien onduidelijk maakt hoe men de werkelijk waardevolle en hooggekwalificeerde officieren selecteert en beloont. Hadad wijst op voorbeelden uit de VS en het VK, waar loonschalen juist aan de markt worden gekoppeld naast prestatiecriteria.

Samengevat: de regering wil met een omvangrijk, divers steunpakket beroepsmilitairen behouden en hun economische positie verbeteren, maar ervaren officieren en budgetexperts betwijfelen of die maatregelen de fundamentele prikkelproblemen wegnemen of op lange termijn voldoende zijn om het tekort en de kwaliteit van het middenkader in de IDF op te lossen.