Het 'Emiraten'-plan: een politieke ramp
In dit artikel:
De tweestatenoplossing wordt door de auteur afgeschreven als een falend en schadelijk model, maar dat betekent volgens hen niet dat alternatieven per definitie beter zijn. Recent is een zogenaamd “Emiratenplan” populairder geworden — mede onder de aandacht gebracht in een recent artikel in de Wall Street Journal — dat voorstelt om in Judea en Samaria (de Westelijke Jordaanoever) en in de Gazastrook meerdere (zeven à acht) semi-autonome enclaves toe te staan, bestuurd door lokale clanleiders of ‘emirs’. Als proeflocatie is Hebron genoemd. De schrijver waarschuwt dat dit plan talrijke onopgeloste problemen creëert en daarom geen verantwoord alternatief is.
Belangrijkste bezwaren:
- Grens- en veiligheidsvraagstukken: afhankelijk van de precieze indeling zouden de contactlijnen tussen Israël en de enclaves zeer kronkelig en lang kunnen worden — mogelijk tot circa duizend kilometer — wat afdamming, bewaking en handhaving praktisch extreem moeilijk maakt. Als Israël zijn grondgebied en grenzen niet duidelijk kan beveiligen, verliest soevereiniteit haar betekenis.
- Vrij verkeer en levenskwaliteit: onduidelijkheid over of inwoners van de ‘emiraten’ vrij toegang tot Israël krijgen roept twee tegenstrijdige problemen op. Toegang zonder gegarandeerde terugkeer creëert veiligheidsrisico’s; beperking van beweging leidt tot enclavevorming en het karakter van door Israël omgeven gevangenissen. Extern zal dat snel herinneringen oproepen aan de bantoestan-politiek uit het Zuid-Afrikaanse apartheidsverleden.
- Politieke instabiliteit en legitimiteit: het model berust op de goodwill van individuele clanleiders. Vervanging door minder volgzame of vijandige leiders kan snel de relaties verstoren en Israël confronteren met een onbetrouwbare, grensnabije autoriteit. Clanstructuren in de Palestijnse samenleving lijken volgens de auteur bovendien niet robuust genoeg om stabiele, brede politieke instituties te dragen; eerdere pogingen (zoals dorpsverenigingen) faalden.
- Grensoverschrijdende governance: alledaagse en urgente kwesties zoals afvalwaterbeheer, industriële vervuiling, grondwaterbesmetting, volksgezondheid (vaccinaties, infectieziekten, rabiës) en milieuhandhaving vereisen gecoördineerde mechanismen en bevoegdheden. Zonder ingrijpende en permanente betrokkenheid van Israël kunnen deze problemen niet adequaat worden aangepakt — maar diezelfde betrokkenheid zou de vermeende autonomie van de enclaves ondermijnen.
- Onderwijs en deradicalisering: de vraag wie curricula vaststelt en wie naleving afdwingt is cruciaal voor iedere poging tot maatschappelijke hervormingen. Zonder sterke controle op het onderwijs kan Israël niet effectief toezicht houden op radicaliserende invloeden, maar een dergelijke controle zou tegelijkertijd de autonomie van de ‘emiraat’-regeringen kapotmaken.
- Misleidende vergelijking met Golf-emiraten: de plannaam suggereert analogie met soevereine, rijke emiraten in de Golfregio, maar die vergelijking is volgens de auteur misplaatst. De Golfstaten beschikken over staatsmachten, substantiële natuurlijke hulpbronnen, soevereiniteit en een grote buitenlandse beroepsbevolking — omstandigheden die in de Palestijnse enclaves ontbreken.
Samenvattend stelt de schrijver dat het Emiratenplan in wezen een politiek en praktisch recept is voor permanente instabiliteit en facto apartheid: het legitimeert een blijvende Arabisch-Palestijnse aanwezigheid westelijk van de Jordaan, maar op een manier die rechten en soevereiniteit limitatief toekent op basis van etniciteit en op fragile clanrelaties leunt. De waarschuwing aan Israëlische beleidsmakers is helder: het vermijden van de tweestatenoplossing mag niet leiden tot aannemen van een voorstel dat even problematisch of erger is. Alternatieven moeten grondig worden geëvalueerd op haalbaarheid, rechtsstatelijkheid, veiligheid en mensenrechten voordat zij serieus worden voorgesteld of ingevoerd.