Het zuiden van Syrië staat op het punt om het nieuwe front tegen Israël te worden
In dit artikel:
Israëlische inlichtingen en militairen zeggen dat meerdere jihadistische en door Iran gelieerde groeperingen zich in het zuiden van Syrië verzamelen met plannen voor aanslagen op Israël. Als reactie voerde het Israëlische leger op 28 november een operatie uit in het dorp Beit Jinn, ten zuiden van Damascus. Tijdens die inval arresteerden troepen volgens Israël drie leden van de Libanese groepering Al-Jamaa al-Islamiya die zouden hebben meegewerkt aan plannen voor raketaanvallen op de Golanhoogten. Het leger meldt dat deze verdachten banden hadden met Iraanse netwerken, Hezbollah en Hamas.
Bij de actie kwam vanuit Syrische bronnen verzet en beschietingen; Israël zegt dat zes soldaten gewond raakten. Syrische media melden ongeveer twintig doden onder dorpelingen, waaronder gewapende personen — cijfers die niet onafhankelijk zijn geverifieerd. Damascus veroordeelde de inval fel en noemde die een oorlogsmisdaad die de regionale stabiliteit bedreigt. Israël stuurde volgens berichten via de Verenigde Staten waarschuwingen aan het Syrische regime van Ahmad al-Sharaa: het mag niet toestaan dat terreurgroepen in het zuiden wortelen, en anders zal Israël ingrijpen.
Lokale veiligheidsbronnen noemen naast Al-Jamaa al-Islamiya ook de Palestijnse Islamitische Jihad, elementen gelinkt aan de Houthi’s, ISIS en jihadistische facties binnen verschillende soennitische bedoeïenenstammen als actief in de zuidelijke provincie. Die stammen zouden betrokken zijn bij wapensmokkel en drugshandel; sommige van hen zouden eerder samen met troepen loyaal aan al-Sharaa betrokken zijn geweest bij bloedige incidenten tegen de druzen in Sweida. Israël betwist bovendien dat het regime de doorgang van Iraanse wapens naar Hezbollah in Libanon via dit gebied voorkomt, wat volgens Israël de noodzaak onderstreept om militaire invloed in het zuiden te versterken en een corridor voor zijn druzenbondgenoten te creëren.
Al-Jamaa al-Islamiya, opgericht in 1964 als Libanese tak van de Moslimbroederschap met een militaire vleugel sinds de jaren tachtig, heeft volgens westerse staten een geschiedenis van samenwerking met andere anti-Israëlische groeperingen. Een Libanees parlementslid van de groep, Amad al-Kout, ontkent echter dat zijn organisatie buiten Libanon actief is en bestempelt de Israëlische aantijgingen als politisch gemotiveerd, bedoeld om Amerikaanse stappen tegen de Moslimbroederschap te rechtvaardigen.
De feiten weerspiegelen een diepgaand spanningsveld: Israëlische veiligheidszorgen over oprukkende niet-statelijke gewapende groepen in zuidelijk Syrië, Syrische veroordelingen en tegengestelde verklaringen uit Libanon en regionale netwerken, terwijl de situatie de kansen op een veiligheidsakkoord tussen Israël en Syrië verder ondermijnt.