Hoe zou de 'staat Palestina' eruitzien?

dinsdag, 26 augustus 2025 (11:59) - Israel Today

In dit artikel:

Het opiniestuk van het Jerusalem Center for Security and Foreign Affairs waarschuwt dat een eenzijdig erkende “Staat Palestina” in de praktijk zou uitlopen op een autoritair, discriminerend en economisch zwak bestuur dat mensenrechten systematisch schendt. De waarschuwing komt nu Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië de Palestijnse staat snel erkennen, volgens het artikel zonder voldoende aandacht voor hoe die staat er daadwerkelijk uit zou zien.

Politieke reëelheden en democratie: de Palestijnse Autoriteit (PA) beloofde in de Oslo-akkoorden een liberale democratie met vierjaarlijkse verkiezingen. In dertig jaar zijn er echter slechts twee presidentsverkiezingen gehouden (1996, 2005) en twee parlementsverkiezingen (1996, 2006). Huidig PA-voorzitter Mahmud Abbas, die zich president van de “staat Palestina” noemt, is formeel sinds 2005 in functie en regeert volgens het stuk praktisch als een permanente machthebber. Na de parlementszege van Hamas in 2006 verving Abbas in 2007 die gekozen regering door Fatah-georiënteerde kabinetten en zou sindsdien instituties van de PA steeds steviger onder controle van de PLO en Fatah hebben gebracht. Het artikel beticht Abbas ervan verkiezingen uit te stellen zodra Fatah een nederlaag dreigt, en te proberen partijregels zo te vormen dat Hamas wordt uitgesloten of tot vage instemming met het PLO-programma wordt gedwongen.

Terrorisme en financiën: de PLO/PA zouden volgens de tekst al decennialang een omvangrijk systeem hebben gefinancierd dat betalingen aan gevangenen en families van gedode terroristen mogelijk maakt (vaak aangeduid als “pay-for-slay”). Omdat de recente erkenningen niet gekoppeld zijn aan het staken van die praktijk, vreest het JCFA dat de nieuwe staat dit beleid zal voortzetten en dat erkenning daardoor als beloning voor terreur wordt ervaren.

Mensenrechten en sociale repressie: ondanks buitenlandse hulp en miljoenen aan donaties, stelt het artikel dat structurele schendingen blijven bestaan. Vrouwen ondervinden institutionele discriminatie; “eermoorden” krijgen volgens het stuk nog steeds milde straffen. Leden van de LGBTQ-gemeenschap lopen groot risico op vervolging: homoseksuele handelingen zouden nog altijd als een ernstige schending van maatschappelijke waarden worden gezien en bestraft kunnen worden met gevangenisstraffen tot tien jaar. Ook wijst het stuk op expliciete uitspraken van Palestijnse leiders dat geen joodse inwoners in de toekomstige staat gewenst zouden zijn, wat het artikel karakteriseert als etnische exclusie.

Economische kwetsbaarheid: de PA-economie is volgens het artikel afhankelijk van buitenlandse steun en van Israëlische transfers. Interne belastingopbrengsten vormen een klein deel (ongeveer 22%) van de inkomsten; betalingen via Israël nemen een groot deel in (circa 68%). Handel is sterk gericht op Israël (85–90% van de export; 55% van de import). De werkloosheid is hoog (rond 25% in Q1 2023), publiek loon laag en werknemers die in Israël werken verdienen substantieel meer. Eenzijdige erkenning zou de Oslo-akkoorden ondermijnen en Israël mogelijk ontslaan van enkele financiële verplichtingen, waardoor de nieuwe entiteit direct veel inkomsten- en hulppoten zou verliezen. Het artikel voorziet dat ontbinding van UNRWA en het wegvallen van die hulp ernstige gevolgen voor de Palestijnse vluchtelingen zou hebben.

Historische en demografische gevolgen: het stuk haalt de langdurige status van Palestijnse vluchtelingen aan — ooit 711.000, nu naar schatting bijna zes miljoen — en bekritiseert leiders die volgens de auteur vluchtelingen bewust in onzekerheid hielden in plaats van hen te laten integreren. De auteur concludeert dat erkenning zonder fundamentele politieke en institutionele hervormingen de vrede niet zal bevorderen maar eerder terrorisme zal belonen en radicale politiek zal bestendigen.

Context: het artikel is een analyse van het Jerusalem Center for Security and Foreign Affairs, een Israëlisch onderzoeksinstituut met een duidelijke veiligheidsgeoriënteerde visie. Het stuk is expliciet kritisch en stelt vast dat politieke, sociale en economische patronen binnen de PA de kern vormen van de bezorgdheid over de gevolgen van snelle, eenzijdige erkenning van een Palestijnse staat.