Houthi's stellen 'no-fly zone' in boven Israël
In dit artikel:
De door Iran gesteunde Houthi-beweging uit Jemen heeft zondag gedreigd met een volledige luchtblokkade tegen Israël, nadat een ballistische raket nabij de luchthaven Ben-Gurion bij Tel Aviv insloeg. Deze aanslag veroorzaakte licht tot matige verwondingen bij zes mensen en leidde tot grote verstoringen van het vliegverkeer, met diverse vluchtannuleringen tot minstens dinsdag. De Houthi’s riepen internationale luchtvaartmaatschappijen op om vluchten naar Israël te staken.
Hoewel de Houthi’s het afgelopen jaar talrijke raketten en drones op Israël hebben afgevuurd, wist het Israëlische en Amerikaanse afweersysteem normaal gesproken zo’n 95% succesvol te onderscheppen. De recente inslag bleek het gevolg van een technische storing in de Israëlische Arrow 3-onderscheppingsraket, terwijl ook een Amerikaanse THAAD-raket faalde de aanval te neutraliseren.
De Israëlische minister van Verkeer, Miri Regev, werkt samen met luchtvaartmaatschappijen en overheidsinstanties aan een spoedig herstel van de luchthavenoperaties. Het veiligheidskabinet van Israël kwam bijeen om mogelijke militaire vergeldingsacties in overleg met Washington te plannen. Premier Benjamin Netanyahu legde de schuld rechtstreeks bij Iran en waarschuwde voor vergeldingsacties tegen zowel de Houthi’s als hun Iraanse steun. Ook de Amerikaanse president Donald Trump waarschuwde Iran dat het blijven aanvallen van Israël via proxy-groeperingen in het Midden-Oosten “met vuur speelt”.
Deze gebeurtenis vormt een serieuze test voor de militaire en diplomatieke strategieën van zowel Israël als de Verenigde Staten. Hoewel de Houthi’s militair beperkt zijn, hebben zij succesvol regionale en internationale onrust veroorzaakt. Een inadequate reactie van de supermachten zou kunnen leiden tot een gevaarlijke verschuiving in het machtsevenwicht in de regio.