Israël en VS willen na oorlog tegen Iran hun raketafweersystemen aanvullen

maandag, 11 augustus 2025 (12:28) - Israel Today

In dit artikel:

In de twaalfdaagse confrontatie tussen Israël en Iran (operatie “Een volk als een leeuw”, 13–24 juni) vuurde Iran in 42 salvo’s meer dan 530 ballistische raketten af. Het Israëlische meerlaagse luchtafweerschild—onder meer Arrow-3 en Arrow-2, David’s Sling en Iron Dome—gecombineerd met Amerikaanse systemen (twee THAAD-batterijen en maritieme Aegis-eenheden met SM-3/waarschijnlijk SM-6-raketten) bereikte een totaal onderscheppingspercentage van circa 86 procent. Toch vielen er 36–40 directe treffers in stedelijke gebieden en kwamen ongeveer 30 mensen om het leven, wat toont dat zelfs een effectief verdedigingssysteem bij massale aanvalsschoten niet alle schade kan voorkomen.

De intensieve inzet van interceptieraketten legde een opvallende logistieke en productiekloof bloot. Volgens westerse analyses werden ruim 150 Amerikaanse THAAD-raketten afgevuurd ter ondersteuning van Israël; de vervanging ervan verloopt traag door een beperkte productiesnelheid en krappe budgetten (een aanvraag van slechts 37 nieuwe THAAD-raketten voor volgend jaar), met als gevolg dat aanvulling mogelijk pas eind 2029 voltooid is. Door het hoge verbruik moesten soms duurdere wapens zuiniger worden ingezet, aldus waarnemers. Ook kostverschillen spelen een rol: Israëlische Arrow-3-raketten worden als veel voordeliger en met een groter effectgebied beschreven dan Amerikaanse alternatieven, wat Tel Aviv ertoe bracht op 17 juli een grote order bij Israel Aerospace Industries te plaatsen om massaproductie te versnellen.

Tegelijkertijd lijken zowel Iran als zijn potentiële wapenleveranciers snel te reageren. Een westerse bron stelt dat Iran zich tot China wendt om lange- en middellangeafstandsluchtafweer te kopen (HQ-9 en HQ-16) en dat er rapporten zijn van tests met Russische S-400-componenten. Iran werkt ook aan het herstellen en verbeteren van zijn ballistische raketten, met nauwkeurigheidssprongen naar “enkele tientallen meters” die al tot directe stadsinslagen leidden.

De gebeurtenissen benadrukken twee bredere dynamieken: enerzijds de kwetsbaarheid van landen bij grootschalige massale raketaanvallen ondanks geavanceerde verdedigingslagen; anderzijds een versnelde regionale wapenwedloop waarin productiecapaciteit, kosten en technologische autonomie centrale factoren zijn. Voor Israël betekent dit niet alleen het snel aanvullen van afweerraketten maar ook het versterken van offensieve stand-off-mogelijkheden, terwijl Iran zijn aanvalscapaciteiten en buitenlandse aankoopkanalen ontwikkelt. De rivaliteit tussen Jeruzalem en Teheran zal daardoor waarschijnlijk aanhouden en nog meer nadruk leggen op zowel voorraadbeheer als eigen productie van wapensystemen.