Israël valt Houthi-basis in de haven van Hodeida aan
In dit artikel:
Op 16 september 2025 voerden de Israëlische strijdkrachten (IDF) een luchtaanval uit op een doelwit in de haven van Hodeida, in door de Houthi’s gecontroleerd Jemen. Volgens Israëlische militaire bronnen betrof het een militaire infrastructuur die door de Houthi-rebellen wordt gebruikt om via Iran geleverde wapens Jemen binnen te smokkelen en aanvallen op Israël en bondgenoten te coördineren. Minister van Defensie Israel Katz zei dat de actie gericht was op het handhaven van een zee- en luchtblokkade tegen de Houthi-beweging en het afschrikken van verdere aanvallen.
Premier Benjamin Netanyahu volgde de operatie vanuit het commandocentrum in Tel Aviv samen met Katz, veiligheidsfunctionarissen en IDF-commandanten. De IDF waarschuwde vooraf via sociale media (woordvoerder Avichay Adraee) mensen in en rond de haven om het gebied te verlaten. Kort na de aanval sloeg het luchtalarm af in Centraal-Israël door een vanuit Jemen gelanceerde raket; de luchtverdediging onderschepte het projectiel zonder meldingen van schade of slachtoffers. Eerder in het weekend werden ook een drone en een ballistische raket vanuit Jemen onderschept, waarbij sirenes in Tel Aviv en andere steden afgingen en miljoenen mensen in schuilkelders moesten gaan.
De aanval bouwt voort op eerdere IDF-acties tegen Houthi-doelen: op 10 september zouden installaties in Sanaa en Al Jawf zijn geraakt en eind augustus werd bij een aanval in Sanaa de Houthi-politieke premier Ahmed al-Rahawi gedood. Israël beschuldigt de Houthi’s herhaaldelijk van handelen onder leiding en financiering van Iran en stelt dat hun activiteiten internationale scheepvaartroutes bedreigen. Volgens Israël zijn de strikes noodzakelijk om de eigen veiligheid en vrije navigatie te beschermen.