Israëlische speciale eenheden voeren aanvallen uit diep in Syrië, rabbijnen bevestigen solidariteit met druzen
In dit artikel:
Israël zou afgelopen nacht een ongebruikelijke combinatie van acties diep in Syrië hebben uitgevoerd: speciale commando-eenheden landden volgens Syrische bronnen bij Jabal Manaa en voerden tegelijkertijd een reeks luchtaanvallen uit rond al-Kiswah, ten zuiden van Damascus. Lokale media en het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten rapporteerden ongeveer tien afzonderlijke bombardementen op militaire doelen, onder andere nabij de pas geopende Internationale Beurs van Damascus. Syrische autoriteiten bestempelden de aanvallen als een ernstige schending van hun territoriale integriteit.
Militaire bronnen zeiden tegen Reuters dat de Israëlische commandotroepen circa twee uur aanwezig waren bij een voormalige basis van Iraanse milities en Hezbollah, huiszoekingen uitvoerden en zich zonder directe confrontaties met Syrische troepen terugtrokken. De operaties kwamen een dag na een drone-aanval in hetzelfde gebied die zes tot acht soldaten van de Syrische 44e divisie kostte, waaronder minstens één commandant; die aanval wordt ook aan Israël toegeschreven. Israël houdt zich officieel stil, maar minister van Defensie Israel Katz gaf op social media aan dat de strijdkrachten "dag en nacht in alle gevechtsgebieden" opereren om de veiligheid van Israël te waarborgen.
Tegelijk lopen, zo melden betrokken functionarissen, eerste gesprekken tussen Israël en bemiddelaars die banden hebben met het nieuwe Syrische regime over een mogelijke beperkte veiligheidsregeling langs de noordgrens. Hoewel er nog geen concrete resultaten zijn aangekondigd, weerspiegelen de gesprekken volgens ingewijden het besef dat de massale Iraanse verankering uit het Assad-tijdperk onder het nieuwe leiderschap niet ongewijzigd kan blijven. Jeruzalem benadrukt consequent dat het geen Iraanse of Hezbollah-infrastructuur langs zijn noordgrens zal tolereren; de recente acties worden gepresenteerd als handhaving van die 'rode lijnen'.
Binnen Israël vond woensdag een opvallende interreligieuze bijeenkomst plaats in Julis, georganiseerd door het Opperrabbinaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hoogwaardigheidsbekleders van joodse, druzen-, christelijke en islamitische gemeenschappen spraken hun solidariteit uit voor de druzen en benadrukten de morele plicht om leven te beschermen. Opperrabbijn David Yosef benadrukte de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verdediging van de druzen; sjeik Mowafaq Tarif noemde de bijeenkomst een bemoediging voor een gemeenschap die ook lijdt door het geweld in Syrië.
De berichtgeving illustreert twee parallelle thema’s: militair optreden gericht op het beletten van een versterkt Iraans/Hezbollah-vestiging in Syrië, en binnenlandse religieus-politieke solidariteit met bondgenoten als de druzen. Terwijl Damascus Israël verantwoordelijk houdt voor destabilisatie, wijzen tegenstanders van het regime in het artikel op Iran, Hezbollah en gewapende groepen in Syrië als de voornaamste verstorende factoren in de regio.