Palestijnen: sjofar 'gevaarlijkste instrument' om soevereiniteit af te dwingen

In dit artikel:

De Palestijnse Autoriteit in Ramallah heeft maandag sterk bezwaar gemaakt tegen pogingen van Joodse activistische groepen om op de sjofar op de Tempelberg in Jeruzalem te blazen. In een verklaring noemde zij het ritueel niet langer een louter religieuze handeling maar een politiek geladen middel waarmee Israël naar haar mening soevereiniteit probeert te tonen; de PA bestempelt het als een directe aanval op de Al‑Aqsa‑moskee en legt de Israëlische regering verantwoordelijk voor de gevolgen. Ramallah vraagt de Verenigde Naties om onmiddellijke stappen om dit soort acties te stoppen en om de islamitische en christelijke heiligdommen in Jeruzalem internationaal te beschermen.

Ook Amman mengde zich in de discussie: het Jordaanse ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelde het blazen op de sjofar op de heilige plaats als een provocatie en wees op voortdurende schendingen door extremistische groepen, naar eigen zeggen met instemming van Israëlische autoriteiten.

De sjofar, een ramshoorn die in het jodendom al millennia wordt gebruikt, speelt vooral een rol in de maand Elul en bij de Hoge Feestdagen (dit jaar rond 22–24 september voor Rosj Hasjana en 1–2 oktober voor Jom Kipoer) en heeft in de Joodse traditie een oproep tot berouw en vernieuwing. De oproepen tot ingrijpen van Ramallah en Amman onderstrepen hoe gevoelig de Tempelberg/Al‑Aqsa blijft als brandpunt van religieuze en politieke spanningen.