Politie start grootschalige inval vanwege vermoedelijke corruptie bij Histadrut
In dit artikel:
De Israëlische politie is maandag een omvangrijk anticorruptieonderzoek tegen de Histadrut begonnen en arresteerde meerdere hoge functionarissen, waaronder voorzitter Arnon Bar‑David. De operatie — uitgevoerd door de elite-eenheid Lahav 433 onder de codenaam “Een hand wast de andere” — startte rond 06:00 met gecoördineerde huiszoekingen in het hoofdkwartier van de vakbondsfederatie, in woningen van leidinggevenden en in kantoren van gemeenten en bedrijven door het hele land.
Aan het einde van de dag waren acht personen formeel aangehouden en tientallen anderen ondervraagd; de politie rapporteerde 55 doorzoekingen en stelde een lijst op van bijna 350 mensen die in de komende dagen verhoord moeten worden. Het onderzoek, dat al ruim twee jaar loopt, richt zich op vermeende omkoping, fraude en verduistering van overheidsgelden binnen organisaties die banden hebben met de Histadrut. Volgens leidinggevenden van de politie gaat het om “ongewoon hoge bedragen” en een netwerk dat zich uitstrekt over de publieke sector, het bedrijfsleven en de arbeidswereld. De zaak is opgesplitst in 13 subdossiers en zal meer dan 300 personen omvatten.
Centraal in het onderzoek staat verzekeringsagent Ezra Gabay, een langdurige vertrouweling van Bar‑David. Rechercheurs vermoeden dat Gabay via zijn relaties binnen de federatie en bij politici verzekeringscontracten wist binnen te halen voor zijn bedrijf, en in ruil invloedrijke benoemingen of andere voordelen regelde. Zijn zoon, een leidinggevende bij Gabay Insurance, wordt door onderzoekers ook als medeverdachte gezien. De politie onderzoekt of hoge functionarissen van de Histadrut activa ter waarde van miljoenen sjekels wilden verkopen en een deel van de opbrengst wilden verduisteren.
Diverse instellingen en gemeenten zijn betrokken bij het onderzoek, waaronder het Joods Nationaal Fonds (JNF), het Wingate Instituut, de Israëlische Spoorwegen en gemeenten zoals Rishon LeZion, Ashdod, Kiryat Bialik, Harish, Rosh HaAyin en Kiryat Gat. De politie onderzoekt daarnaast mogelijke connecties van het vermeende netwerk met prominente Likud‑figuren; in mediaberichten worden verschillende ministers en politici genoemd. Onderzoekers overwegen deze politici te dagvaarden als het bewijs dat rechtvaardigt. Tot op heden zijn er nog geen aanklachten tegen die politici en iedereen blijft onschuldig totdat het tegendeel is bewezen.
Bar‑David werd door de rechtbank in Rishon LeZion in voorlopige hechtenis gehouden — aanvankelijk acht dagen, met een door de politie aangevraagd verlengingsverzoek — omdat er volgens de aanklacht een reëel risico is dat hij invloed op getuigen zou uitoefenen. Ook zijn vrouw Hila Kanister Bar‑David werd aangehouden; haar advocaat noemde de arrestatie willekeurig en benadrukte dat zij volledig meewerkt. Zowel Bar‑David als Gabay en hun advocaten ontkennen de beschuldigingen en wijzen op lange persoonlijke vriendschappen en het vrijwillig overhandigen van telefoons en toegangscodes.
De Histadrut zelf zegt mee te werken met het onderzoek en vertrouwt op vrijspraak van haar medewerkers. Historisch gezien is de federatie sinds haar oprichting in 1920 uitgegroeid tot een van Israëls machtigste instituten — vakbond, werkgever en economisch conglomeraat tegelijk — wat herhaaldelijk kritiek en beschuldigingen van belangenverstrengeling heeft opgeleverd. Hoewel haar macht de afgelopen decennia is afgenomen, blijft de organisatie aanzienlijke invloed uitoefenen op arbeidsmarktregulering en collectieve overeenkomsten.
De politie benadrukt dat het onderzoek zich nog in een vroege, gevoelige fase bevindt, maar dat de omvang en de mix van publieke en private actoren het tot een van de ernstigste anticorruptiezaken van de afgelopen jaren maken.