Pro-Israëlische christelijke groeperingen klagen Albanese van de VN aan wegens laster
In dit artikel:
Francesca Albanese, de VN-speciaal rapporteur voor de Palestijnse gebieden, wordt in de Verenigde Staten aangeklaagd wegens laster door christelijk-pro-Israëlische organisaties die zich vertegenwoordigd voelen door het National Jewish Advocacy Center (NJAC). De zaak is aangespannen door Christian Friends of Israeli Communities en Christians for Israel USA en draait om uitspraken en een rapport van Albanese waarin zij Amerikaanse bedrijven, bestuurders en pro-Israëlische ngo’s verantwoordelijk zou hebben gehouden voor het mogelijk maken van een “genocide” op Palestijnen.
Het conflict escaleerde na de publicatie eind juni van Albaneses rapport, getiteld “Van de economie van de bezetting naar de economie van genocide”. Daarin staat volgens de aanklagers onder meer dat de in de VS gevestigde Christian Friends of Israeli Communities in 2023 meer dan 12,25 miljoen dollar zou hebben gedoneerd aan projecten die nederzettingen steunen, waaronder activiteiten die volgens haar extremistische kolonisten zouden opleiden. NJAC stelt dat dergelijke aantijgingen kwaadwillig en ongegrond zijn en heeft schadeclaims ingediend wegens vermeende reputatieschade, donoronzekerheid en belemmering van hun werk.
Critici van het rapport, onder wie jurist Eugene Kontorovich van het Kohelet Policy Forum, noemen de beweringen juridisch ongefundeerd en wijzen erop dat het rapport impliciet iedereen die Israël of de bezette gebieden steunt als oorlogsmisdadiger bestempelt. NJAC en haar directeur Mark Goldfeder waarschuwen dat het publiekelijk brandmerken van pro-Israëlische ministeries en organisaties hun veiligheid en functioneren bedreigt.
De aanklacht plaatst Albanese ook in een breder patroon van omstreden opmerkingen. De tekst noteert eerdere antisemitische uitlatingen uit 2014 waarvoor zij later spijt betuigde, en noemt meerdere voorbeelden uit 2024 waarin Albanese harde parallellen trok tussen Israels optreden en nazi-Duitsland of de Holocaust. Na brieven aan Amerikaanse autoriteiten waarin zij VS-betrokkenheid bij vermeende Israëlische misstanden aan de orde stelde en het Internationaal Strafhof inschakeling bepleitte, zouden de VS begin juli sancties tegen haar hebben ingesteld.
De zaak illustreert de gespannen verhouding tussen sommige VN-functionarissen die mensenrechtendossiers agenderen en pro-Israëlische groepen die dit aanduiden als laster en bedreiging van hun activiteiten. De rechtsgang in de Amerikaanse federale rechtbank zal moeten uitwijzen in hoeverre de uitlatingen juridisch aantoonbare schade en laster vormen.