"We moeten een cognitief leger opbouwen"

woensdag, 13 augustus 2025 (14:59) - Israel Today

In dit artikel:

Zondagavond voerden Israëlische strijdkrachten een gerichte aanval uit in Gaza-stad waarbij Anas al-Sharif, die zich zou hebben voorgedaan als Al Jazeera-journalist, werd gedood. Israël stelde bewijzen te hebben dat al-Sharif lid was van een raketcel van Hamas; Al Jazeera en sommige westerse media karakteriseerden de zaak vooral als een aanval op een journalist. Het voorval zette opnieuw de aandacht op een bredere informatieoorlog rond het Israëlisch-Hamasconflict.

Experts die door JNS werden geciteerd zien dit incident als symptoom van een geïntegreerde propagandacampagne: Hamas combineert militaire acties met professionele mediaproductie en verbergt operaties binnen civiele kanalen. Volgens Kobi Michael wordt die mediacampagne niet alleen lokaal in Gaza opgezet, maar hoogwaardig gefinancierd en gepromoot door Qatar en het Al Jazeera-netwerk, met aanvullende steun en narratieven vanuit Turkije. Op een hoger niveau zou ook Iran een coördinerende rol spelen in een bredere “verzetsas”-inspanningsstructuur.

De propaganda van Hamas benut moderne digitale tactieken: influencers met miljoenen volgers, bots en sympathiserende journalisten verspreiden boodschappen die internationale opinie vormgeven. Een rapport van Israel Hayom stelt dat Hamas digitale propaganda heeft geperfectioneerd en een wereldwijd netwerk inzet om zijn verhaal te promoten. Michael en Michael Barak vinden dat Israëls huidige publieke diplomatie (hasbara) te defensief en versnipperd is om effectief tegenwicht te bieden.

Beide deskundigen pleiten voor een strategische heroriëntatie: een gecoördineerd, door de premier geleid nationaal centrum dat staats- en niet-staatsactoren integreert en offensieve cognitieve operaties voert. Voorstellen variëren van gerichte campagnes tegen internationale instellingen en media tot juridische stappen om tegenstanders te belasten en uit te putten. Barak adviseert daarnaast een speciale instantie die online propaganda en oproepen tot geweld systematisch bestrijdt en pleit voor sancties tegen universiteiten en sociale-mediabedrijven die volgens hem nalatig zijn in het verwijderen van extremistische inhoud.

Een belangrijk front is volgens Barak het universitaire circuit in het Westen, waar organisaties als Students for Justice in Palestine (SJP) en gelieerde groepen volgens hem boodschappen herhalen die Hamas en antisemitische retoriek versterken. Hij verwijst naar studies en memo’s van onder meer de ADL en de FBI over banden tussen bepaalde activisten en eerdere betrokkenheid bij Hamas.

Tot slot waarschuwen de onderzoekers dat de mediacampagne niet los te zien is van geopolitieke sponsors: Qatar wil invloed in de Palestijnse arena, Turkije voedt bepaalde narratieven, en pro-Iraanse of pan-Islamitische netwerken — waaronder door Barak onderzochte organisaties — verbinden radicale actoren en versterken de internationale verspreiding van vijandige boodschappen.

Kortom: het incident rond een vermeende ‘journalist’ illustreert volgens deze experts een grootschalige, goed gefinancierde informatieoorlog waarin Hamas en bondgenoten media, sociale platforms en academische kanalen benutten. Hun antwoord: een centraal, offensief en gecoördineerd tegenoffensief op diplomatiek, juridisch en digitaal terrein.