Westerse landen dringen bij VN aan op 'een Palestina', Israëlische juristen eisen krachtige reactie

maandag, 8 september 2025 (14:28) - Israel Today

In dit artikel:

Israëlische juristen waarschuwen dat de geplande erkenning van een Palestijnse staat tijdens de 80e Algemene Vergadering van de VN (9–23 september) door een door Frankrijk geleide groep landen — waaronder het Verenigd Koninkrijk, Canada, België, Australië en Portugal — de spanningen in het Israëlisch-Palestijnse conflict zal aanwakkeren. Arsen Ostrovsky (International Legal Forum) en Anne Herzberg (NGO Monitor) zeggen dat Israël niet passief kan toekijken en pleiten voor harde tegenmaatregelen tegen landen die eenzijdig erkennen.

Zij bevelen verschillende vergeldingsacties aan: diplomatieke stappen zoals het intrekken van visa en het uitzetten van consulaten, het verbreken van veiligheidscoördinatie en het bevriezen van belastinginkomsten die naar de Palestijnse Autoriteit gaan. Ook werd genoemd dat Israëlsoverwegingen om soevereiniteit uit te breiden in Judea en Samaria kunnen terugkeren in politieke debatten; premier Netanyahu schijnt dergelijke stappen recent te hebben afgewezen na waarschuwingen van de Verenigde Arabische Emiraten dat dit de Abraham-akkoorden zou schaden.

De juristen betogen dat de meeste geplande erkenningen symbolisch zijn en vooral gericht op binnenlands publiek in de betrokken landen, terwijl ze het vredesproces schaden. Ze benadrukken dat een eenzijdige erkenning niet automatisch staatsgezag creëert: volgens het internationaal recht — met name het Verdrag van Montevideo (1933) — vereist staatshoedanigheid een permanente bevolking, een duidelijk afgebakend grondgebied, effectief bestuur en het vermogen tot internationale betrekkingen. Volgens Ostrovsky en Herzberg voldoen de Palestijnen daar op dit moment niet aan, omdat Hamas de facto over de Gazastrook heerst, Abbas al jaren geen verkiezingen heeft gehouden en de definitieve grenzen niet zijn overeengekomen.

Herzberg waarschuwt dat een verklaring van PA-president Mahmud Abbas op de Algemene Vergadering het vredesproces feitelijk zou doen instorten omdat het de onderhandelingsbasis van Oslo ondermijnt en de bestaande (zij het kwetsbare) veiligheidssamenwerking verder zou aantasten. Ostrovsky verwacht dat de VN-debatten kunnen ontaarden in een anti-Israëlisch spektakel met zware verwijten en emotionele aanklachten, wat volgens hen weinig bijdraagt aan concrete vooruitgang.

Tegelijk voorzien de juristen dat de Verenigde Staten mogelijk druk zullen uitoefenen om sommige geplande erkenningen te temperen; Duitsland heeft al aangegeven niet te zullen steunen, en Washington weigerde recente visa aan PA-vertegenwoordigers om hun aanwezigheid op de Algemene Vergadering te bemoeilijken. Toch achten Ostrovsky en Herzberg het waarschijnlijk dat Abbas, als hij vastbesloten is, zijn verklaring zal uitspreken ondanks deze obstakels.

Samenvattend zien deze juridische experts de voorgenomen erkenningen als symbolische politieke manoeuvres die de diplomatieke verhoudingen verder verslechteren, praktische gevolgen voor de staatsvorming weinig tot nihil maken en tot nieuwe ronden van sancties, boycots en escalatie kunnen leiden — met risico’s voor regionale akkoorden en de resterende sporen van een onderhandelingsproces.